Volgens Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht worden de vakantieverhuurplatforms tot veel te weinig verplicht. In de nieuw wet staat dat iedereen die zijn onderkomen aanbiedt voor toeristische verhuur verplicht wordt dit te melden bij de gemeente (de zogeheten registratieplicht). Gebeurt dit niet, dan kunnen er boetes tot maximaal 83.000 euro worden uitgedeeld. Een gemeente kan zo’n plicht niet zomaar invoeren; eerst moet er aangetoond worden dat de wijken onder druk staan en dat er schaarste op de woningmarkt heerst.

 

 

Wie eenmaal een registratienummer heeft wordt verplicht deze ook in de advertentie te vermelden, maar platforms als Airbnb hoeven niet te controleren of dat ook daadwerkelijk gebeurt. En daar wringt de schoen bij de vier grote steden: “Als platforms geen verplichtingen krijgen, dan is het een halve maatregel”, zegt de Amsterdamse wethouder Laurens Ivens (Wonen, SP) tegenover NRC Handelsblad. “Ik wil de gegevens van de onwelwillende verhuurders. Maar als een platform nog steeds een advertentie van hen kan plaatsen, wat heb ik daar dan aan?” De vier steden balen ervan dat de handhaving bij de gemeenten komt te liggen, en dat de platforms niet gedwongen worden advertenties zonder nummer te weigeren.

 

 

Minister Van Veldhoven stelt dat ze niet verder kan gaan dan ze nu doet met de wet, omdat Europese wetgeving dat belemmert: “Om verdergaande maatregelen richting de platforms mogelijk te maken is langdurige inzet in Brussel vereist”, zo laat ze NRC weten in een schriftelijke verklaring. 

 

 

Anders dan Fairbnb.coop, het nieuwe vakantieverhuurplatform dat recent zijn intrede heeft gedaan in Amsterdam, stelt Airbnb zich passief op wat betreft samenwerking en regulering. De gemeente Amsterdam en het verhuurplatform uit San Francisco leven niet op goede voet met elkaar; wethouder Ivens zou het liefst zien dat Airbnb uit (delen van) de hoofdstad zou verdwijnen.