EO bezig met docu over bombardement van Nijmegen in 1944
Geallieerde Amerikaanse bommenwerpers waren op 22 februari onderweg naar een doel in Duitsland. Ze moesten die missie afbreken door het slechte weer. Op de terugweg ontstond verwarring, waardoor de piloten honderden bommen lieten vallen boven het centrum van Nijmegen, in de veronderstelling dat ze een ander doel troffen. Ook Arnhem en Enschede werden geraakt. De Nijmeegse binnenstad werd totaal verwoest, mede door de branden die direct uitbraken.
In Nijmegen is met metalen plaatjes in de straat de brandgrens van 1944 aangegeven. Op woensdagavond 21 februari zullen mensen met lichtjes onder aanvoering van het voltallige college van burgemeester en wethouders langs de brandgrens gaan staan. Op vier plekken in de stad projecteren lichtkunstenaars herinneringen aan het drama van 1944. De kerkklokken luiden en er is koorzang op straat.
'Granatentijd'
Schrijver Abdelkader Benali spreekt op 22 februari tijdens de herdenkingsdienst in de St.-Stevenskerk, die in 1944 zijn toren kwijtraakte. Daarna is er een herdenking bij monument De Schommel, op de plaats in het stadscentrum waar destijds de getroffen school stond. Staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) houdt daar een toespraak. Ook de Amerikaanse ambassade stuurt een spreker. Om exact 13.28 uur donderdagmiddag, het moment dat de bommen vielen, wordt er twee minuten stilte gehouden.
Deze hele maand zijn in Nijmegen zowel binnen als buiten exposities over het bombardement en de gevolgen ervan te zien. Er zijn ook bijeenkomsten voor mensen die nog kampen met de psychische gevolgen. De herdenking van het bombardement is in het Rijk van Nijmegen tevens de start van het programma 80 Jaar Vrijheid, dat in de zomer landelijk van start gaat. In september 1944 werd het zuiden van Nederland bevrijd. Nijmegen werd tot maart 1945 frontstad en beleefde de "granatentijd" waarbij nog eens meer dan achthonderd mensen omkwamen.