De toeristische sector in Nederland draait op volle toeren, en hierbinnen gaat de camperindustrie het hardst: volgens Nellestijn is het zelfs de snelst groeiende vorm van toerisme. Niet alle provincies springen hier even adequaat op in. Met name in Overijssel is ruimte voor verbetering . "In grote plaatsen als Deventer, Enschede of Hengelo is helemaal niets. Maar ook in kleinere plaatsen als Raalte, Rijssen en Goor kunnen camperaars niet terecht. Dat is jammer, want het midden- en kleinbedrijf vaart er wel bij”, aldus Nellestijn.

Als voorbeeld van een campersucces noemt hij de plaats Tolkamer, vlakbij Lobith, waar de komst van vijftien camperstandplekken een financiële impuls betekende voor het dorpje aan de Rijn. Voor de lokale VVV betekende het zelfs dat het open kon blijven.

Ook agrariër John Eissink, die in 2016 begon met CamperCamping De Bentelose Esch (plek voor 25 mobiele huizen) is positief over de campernomaden: "Mensen zijn allemaal vrolijk en goed te pas. Er zitten weinig zeurders tussen. Het is altijd leuk om een praatje te maken met mensen." Daarnaast zijn camperaars niet bang om de portemonnee te trekken, en is het een groot voordeel dat ze hele jaar door blijven komen en gaan.

Deze succesverhalen probeert Nellestijn nu onder de aandacht te brengen bij ondernemers in de provincie. Hierbij waakt hij over het evenwicht: de camperplekken moet goed verspreid worden over Overijssel, en een tekort moet geen overschot worden: "Aan een overkill aan camperplekken heeft niemand iets."

Door: redactie Nationale Recreatiegids