Sinds maart 2011 schreef de inspectie in meerdere brieven aan het partycentrum waarin op dezelfde risico's werd gewezen. Onderhoud of het verhelpen van een storing was alleen mogelijk door de machine binnen te gaan, met het risico bekneld te raken. Het bedrijf kwam in april 2012 met een plan van aanpak waarin het bedrijf uitstel tot de zomer van 2013 vraagt. De Inspectie SZW ging niet akkoord en gaf aan dat eerder maatregelen moeten worden genomen.

Daarna volgden geen bezoeken, tot de 18-jarige in juni vorig jaar verongelukte. Hierop volgde een nieuwe controle. In brieven die de inspectie daarna naar het bedrijf stuurde wordt het ongeluk niet genoemd en worden vooral de geconstateerde overtredingen uit 2011 herhaald.

De familie van het slachtoffer heeft een rechtszaak tegen het bowlingbedrijf aangespannen. Omdat die zaak nog loopt, zegt een woordvoerder van de inspectie niet op deze specifieke zaak in te kunnen gaan. "Maar in het algemeen spreken we met overtreders een tijd af waarbinnen voor verbetering moet worden gezorgd. De inspectie gaat er dan van uit dat het bedrijf deze afspraken nakomt." Over opvallende tijdsbestek van twee jaar kon de woordvoerder alleen zeggen dat het in sommige gevallen langer duurt om de situatie te verbeteren. "Soms zijn er investeringen nodig, dat wordt per geval bekeken."

Volgens advocaat De Witte is het een 'Hollandse ziekte' dat de inspectie keer op keer uitstel verleende. "Het is te veel polderen en te weinig aanpakken. De moeder van deze jongen is er helemaal kapot van. Als de inspectie zijn werk had gedaan had deze jongen nog geleefd." De familie overweegt nog een zaak tegen de inspectie aan te spannen.

Nederland telde volgende de woordvoerder van de inspectie meer bowlingmachines met dezelfde risico's. "Sommige bedrijven hebben hun machines aangepast en andere zijn gestopt." Hij kon niet zeggen of er bij de inspectie meer bedrijven bekend zijn met dezelfde gevaarlijke machine.