GRONINGEN (Novum) - Het Nederlands elftal is belabberd begonnen aan het EK in Polen en Oekraïne. De verliezend WK-finalist werd in de eerste wedstrijd in poule B met 1-0 verslagen door Denemarken. Oranje kreeg in Charkov weliswaar de beste kansen, maar Michael Krohn-Dehli maakte in de 24e minuut het enige doelpunt van de wedstrijd.

De start van Oranje in het Metalist Stadion was juist veelbelovend. Robin van Persie kreeg al in de zevende minuut op aangeven van Arjen Robben een goede kans. Niet veel later besloot Robben de bal breed te leggen, terwijl hij beter voor eigen succes had kunnen gaan.

De eerste keer dat Denemarken zich in de buurt van het vijandelijke doel meldde, was het direct raak. Krohn-Dehli werd aangespeeld door AZ'er Simon Poulsen, waarna de oud-speler van Ajax, RKC en Sparta doelman Maarten Stekelenburg tussen de benen schoot.

Oranje zat na de tegentreffer even in een dip, maar kreeg de gelijkmaker bijna op een presenteerblaadje aangereikt. Doelman Stephan Andersen schoof de bal in de voeten van Robben en werd gered door de paal. Ook aan Van Persie waren twee dotten van kansen niet besteed.

Nadat een offensief aan het begin van de tweede helft ook alleen maar gemiste kansen had opgeleverd, probeerde bondscoach Bert van Marwijk door het inbrengen van Klaas-Jan Huntelaar en Rafael van der Vaart een kwartier voor tijd nog iets te forceren. Huntelaar kreeg direct een kans, maar stuitte op Andersen.

Ook scheidsrechter Damir Skomina weigerde Oranje de helpende hand te bieden. Hij zag een minuut voor tijd een handsbal van Lars Jacobsen door de vingers. Denemarken kreeg nog ruimte om op zoek te gaan naar een tweede treffer, maar met een 1-0 zege toonde de underdog in groep B zich al uitermate content.

Nederland moet nu de punten proberen te halen tegen Duitsland en Portugal. Deze landen strijden in poule B zaterdagavond eerst nog tegen elkaar.