De grijpstaartskink is de grootste hagedis uit de skinkenfamilie. “Het dier kan een lichaamslengte bereiken van ongeveer tachtig centimeter, inclusief de lange staart. De jongen zijn nu ongeveer vijftien centimeter en het zal nog jaren duren voordat zij helemaal volgroeid zijn,” vertelt Ronnie. De reptielen brengen de eerste weken van hun leven door op een beschutte plek. Als de jongen voor het eerst aan de wandel gaan, mogen zij soms op de rug van hun moeder zitten. Ronnie: “Bijzonder bij deze soort is dat niet alleen de moeder, maar ook de vader de jongen beschermt. Waarbij de meeste reptielen individueel leven, leeft de grijpstaartskink namelijk in familiegroepen die bestaan uit zowel volwassen als onvolwassen dieren.”

Extra poot 

De staart van de skink wordt net als bij sommige apensoorten gebruikt als extra poot, dat is handig bij het klimmen in bomen en struiken. Daarom wordt de grijpstaartskink vaak ‘apenboomskink‘ genoemd. De grijpstaartskink komt oorspronkelijk voor op de Salomoneilanden in Australië. De skink wordt daar bedreigd door ontbossing van het leefgebied. “De relatief langzame voortplanting, waarbij maar weinig jongen worden geboren die pas na jaren volwassen zijn, maakt de soort kwetsbaar,” vertelt de dierverzorger. “We zijn daarom extra blij met de geboorte van de twee grijpstaartskinken in DierenPark Amersfoort.”

Door: Nationale Recreatiegids 

Beeld: DierenPark Amersfoort