De vondst van de spijkerbom was het sluitstuk van een lange periode van onenigheid tussen de eigenaar van de stacaravan en de eigenaar van de camping. Die laatste had het terrein aan de gemeente verkocht, wat voor de campinggasten inhield dat die moesten vertrekken. Een daarvan was de 48-jarige Groninger, maar die gaf zich niet zo maar gewonnen.

 

 

De man bedreigde de eigenaar van de camping en bekogelde hem met behulp van een katapult met knikkers en moeren. Daarop vroeg de eigenaar de politie naar de camping te komen. Agenten vonden vervolgens in de stacaravan van de boze Groninger een glazen pot met een lont erin, met daaromheen spijkers. Ofwel: een spijkerbom. Deskundigen van de Explosieven Opruimingsdienst concludeerden dat de creatie gelijkstond aan een handgranaat. 

 

 

De eigenaar van de stacaravan stelde dat hij niks met de spijkerbom te maken had, zo liet hij in verschillende verklaringen weten. Eerste stelde hij dat een vriend van hem het object had gefabriceerd, later liet hij weten de bom nog nooit te hebben gezien.

 

 

Inmiddels is hij voorgeleid bij de rechter. Daar hoorde hij één jaar cel tegen zich eisen, en het betalen van een schadevergoeding van 450 euro, ter compensatie van de slapeloze nachten waar de campingeigenaar mee te maken kreeg door de stacaravaneigenaar. Over twee weken volgt de uitspraak van de rechter.