Natuurlijk is het van belang dat iedereen van de natuur kan genieten. Achter die opmerking staat ook het Zuid-Hollands Landschap. Maar dan moet dat wel op een verantwoorde wijze, met de bescherming van de natuur als uitgangspunt. Met de overmatige hoeveelheid uitwerpselen die in het natuurgebied blijven liggen, ontstaat er een dreiging voor de biodiversiteit in het gebied. Ook wordt het gras in het gebied gevoerd aan het vee in de regio. Om de gezondheid van het vee op peil te houden mag er geen hondenpoep in het gras zitten. En de gedachte is ook niet heel fris.

Grote biodiversiteit

Melanie Oey van Zuid-Hollands Landschap noemt het natuurgebied ‘een bijzonder kruidenrijk graslandschap’. Dat brengt een grote biodiversiteit met zich mee: er groeien veel verschillende bloemen, en die trekken weer veel insecten. Dat kruidenrijke grasland is gebaat bij een voedselarme grond.

Daar ontstaat ook het probleem. Hondenpoep is namelijk erg voedingsrijk. Ondanks dat dit positief klinkt, zijn niet alle planten en dieren enthousiast hierover. Volgens Oey raakt het gebied hierdoor overbemest. “Plantensoorten, zoals de Spaanse ruiter, orchideeën en Echte koekoeksbloem, krijgen zo geen kans en helaas neemt de verscheidenheid hierdoor af.”

Naast de uitwerpselen is ook het gedrag van honden niet bevorderend voor de biodiversiteit. Honden hebben van nature een jachtinstinct, wat kan leiden tot het opjagen van weide- en rietvogels die zich nestelen in het gebied. Ook andere dieren, zoals hazen en andere zoogdieren, kunnen door de viervoeters worden verstoord.

Gevolgen

Het Zuid-Hollands Landschap begrijpt dat dit gevolgen heef voor hondenliefhebbers. Toch is de noodzaak om het natuurgebied in balans te houden te groot. Daarom vraagt de organisatie om begrip en medewerking van de bezoekers van het gebied.