De subsidies zijn volgens de minister van belang om de Nederlandse popmuziek als exportproduct neer te zetten. De creatieve industrie is een van de speerpunten van het kabinetsbeleid. Nederlandse architecten, dj's, modeontwerpers maar ook popmusici doen het niet slecht in het buitenland. De subsidie geeft hun de kans om 'elders voet aan de grond te krijgen', zei Bussemaker.

Dat gebeurt ook bij het exportbeleid waarbij bedrijven exportkredieten kunnen krijgen. "Dan kijken we ook niet hoeveel middelen een bedrijf heeft. Dat doen we hier ook." Verder gaat het niet om 'buitenissige' bedragen, en zijn er voorwaarden aan verbonden. Artiesten kunnen alleen voor hun eerste buitenlandse tournee subsidie krijgen, variërend van vijfduizend tot 7500 euro.

Beroemdheden in Nederland zijn in het buitenland niet vanzelfsprekend bekend, zei Bussemaker. De regeling heeft ertoe geleid dat een aantal artiesten voet aan de grond heeft gekregen. Bussemaker noemde Emerald als goed voorbeeld. "Zij kwam uit het niets op nummer één in de top zoveel binnen."

Bussemaker reageerde op de kritiek van Arno Rutte van regeringspartij VVD. Hij snapt niet waarom succesvolle artiesten subsidie krijgen. Het antwoord van de minister leek hem ook niet te overtuigen. "De minister moet ook erkennen dat er binnen de cultuur sectoren zijn die zonder subsidie op eigen benen kan staan. Juist de popmuziek is zo'n sector waar de overheid een keer weg moet blijven", zei hij. "Niet alles wat cultuur heet, heeft subsidie nodig."