De passagiers zouden in 2010 van Schiphol naar Aruba en Curaçao vliegen, toen hun toestel twee uur voor vertrek te kampen kreeg met een technisch mankement. Het defect was volgens Martinair een buitengewone omstandigheid. De rechter zag dat echter anders en besloot de claimende passagiers een schadevergoeding van zeshonderd euro per persoon toe te wijzen.

Een woordvoerder van KLM, het moederbedrijf van Martinair, noemt de rechtszaak 'een van meerdere'. Hebben passagiers recht op een vergoeding, dan krijgen ze die meestal vrij snel, stelt hij. Wanneer er echter twijfel bestaat, moet een rechter bepalen of een schadevergoeding op zijn plaats is.

Dat de zaak tegen Martinair uiteindelijk twee jaar duurde, komt volgens de zegsman door een gebrek aan duidelijkheid in de wet. Met een uitspraak van het Europees Hof kwam die duidelijkheid er eind 2012 alsnog. De zaak tussen de reizigers en Martinair werd daarom onderbroken tot de uitspraak van het Hof.

Wat de zaak bijzonder maakt is volgens de website EUclaim het forse aantal claims voor één vlucht. Omdat het vliegtuig slechts 265 stoelen telde, heeft meer dan de helft van de reizigers een claim ingediend.

Tegenwoordig vervoert Martinair geen passagiers meer. Het dochterbedrijf van KLM besloot zich in 2011 volledig op goederenvervoer te richten. De overgebleven passagiersvluchten werden bij KLM-dochter Transavia ondergebracht.