ARNHEM (Novum) - Jaap de Jong wordt per 1 juni directievoorzitter van het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem. De raad van toezicht breidt de leiding uit omdat bezuinigingen zijn aangekondigd terwijl het museum grootse plannen heeft, zoals het bouwen van een nieuw depot.

Huidig directeur Pieter-Matthijs Gijsbers gaat zich bezighouden met de toekomstplannen en directeur Adelheid Ponsioen blijft verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering.

Het honderdjarige Openluchtmuseum wil de komende jaren uitgroeien tot hét fysieke en digitale podium waar de Nederlandse geschiedenis op een 'toegankelijke, actieve en plezierige' manier kan worden beleefd. In de plannen staan de fysieke presentatie van de canon en een digitaal geschiedenisplatform centraal. Daarnaast wordt een kennisinstituut opgezet voor immaterieel erfgoed en volkscultuur.

De Raad voor Cultuur adviseerde onlangs dat het Openluchtmuseum de komende jaren afgerond elf miljoen euro moet krijgen van het rijk, maar dan moet het activiteitenplan wel snel op orde zijn. De extra directiepost moet eraan bijdragen dat de plannen snel worden gerealiseerd, zodat het museum een 'spraakmakend podium voor de Nederlandse geschiedenis' wordt.

De in 1947 geboren De Jong is sinds 1984 werkzaam als organisatieadviseur. Tot mei was hij lid van de raad van toezicht van het museum. "Het Openluchtmuseum heeft een speciaal plaatsje in mijn hart", zegt hij. "Ik vind het een uitdaging om samen met collega's Gijsbers en Ponsioen de museumorganisatie naar een nieuwe versnelling te schakelen die nodig is om onze doelstellingen te verwezenlijken."