ROTTERDAM (ANP) - Omdat de Titanic 100 jaar geleden op een ijsschots liep, blikt het Maritiem Museum Rotterdam komende maanden terug aan de hand van verhalen over de drie Nederlandse opvarenden die destijds met het schip ten onder gingen. Het gaat om directeur George Reuchlin van de Holland Amerika Lijn, kok Hendrik Bolhuis en stoker Wessel van der Brugge.

De tentoonstelling is te zien van zaterdag 11 februari tot en met zondag 17 juni. Woensdag 15 februari is schrijver Dirk Musschoot te gast in het museum. Hij schreef het boek Honderd jaar Titanic en verdiepte zich in de Nederlandse en Belgische opvarenden. Ook vertellen nabestaanden over hun familieleden, die door de grootste scheepsramp in de geschiedenis werden getroffen.

Reuchlin baadde zich in luxe op de Titanic. Hij was uitgenodigd om mee te varen omdat hij een schip in bestelling had bij dezelfde werf als waar de Titanic was gebouwd. Terwijl het schip koers zette van Southampton naar New York, schreef Reuchlin ,,liefdevolle brieven en ansichtkaarten’’, maakt het Maritiem Museum Rotterdam op uit zijn persoonlijke eigendommen.

De kaarten en brieven zijn bewaard gebleven, zo ook persoonlijke bezittingen van Bolhuis. Van hem bleef om onduidelijke redenen zijn koffer op de kade achter met daarin een kookboek en brieven van vriendinnetjes. De spullen van Bolhuis en Reuchlin zijn te zien op de tentoonstelling. Van stoker Van der Brugge is niet veel bekend. Zijn zus had destijds al maanden niets van hem gehoord.

Van der Brugge werkte in de buik van het schip. Samen met 176 collega’s gooide hij bij een temperatuur van 50 graden Celsius kolen op het vuur. De bezoekers zien de stoker, de kok en de directeur in hun eigen omgeving aan boord van de rampboot. Op die manier worden de verhalen beeldend gemaakt, 100 jaar nadat de Titanic een ijsschots ramde.