CNV maakt al langer werk van het verbeteren van de werkomstandigheden van hotelschoonmaakpersoneel. In 2011 sloot de vakbond samen met werkgevers en de overheid een convenant om uitbuiting in de schoonmaaksector een halt toe te roepen. Hierin werd afgesproken verder te kijken dan alleen de prijs, en ook te letten op een goede en eerlijke behandeling van schoonmaakpersoneel. Het enthousiasme onder de hoofdstedelijke hotels om dit convenant te ondertekenen was gering: tien deden dit – van de ruim vijfhonderd hotels die Amsterdam kent.

 

 

In de praktijk zijn het vooral zaken als doorwerken in de eigen tijd, gebrekkig contact met de werkgever en niet schoongemaakt krijgen per uur maar per schoongemaakte kamer waar schoonmakers in hotels mee te maken krijgen. Veel hotels zien deze problemen echter niet als hun verantwoordelijkheid, en wijzen naar de schoonmaakbedrijven die ze hebben ingehuurd om de klus te klaren. En dat is te laks, vindt de CNV, die eerder al langs verschillende hotels ging om ze (nogmaals) te wijzen op het bestaan van het schoonmaakconvenant.

 

 

Nu heeft de vakbond het ludieker aangepakt, en heeft eergisteren een natte mop – een echte – uitgedeeld aan hotels die de code nog niet hebben ondertekend. Onder hen ook hotels uit het topsegment die zijn aangesloten bij Luxury Hotels Amsterdam, zoals het viersterrenhotel Kimpton DeWitt en de vijfsterrenhotels Krasnapolsky, Hotel de l'Europe en W Hotel, die niet in de luxepositie lijken te verkeren heel nonchalant met hun personeel om te kunnen springen. 

 

 

Overigens zijn er ook hotels die het wel goed doen, iets waar CNV eveneens graag aandacht aan besteedde. Het gaat hierbij om het American Hotel, Amsterdam Tropen Hotel en The Albus Hotel. Zij kregen allemaal een Gouden Emmer van de vakbond.