Toeristische ondernemers: nauwelijks voordeel van vliegveld Maastricht
De toeristische ondernemers grijpen hun kans nu de provincie Limburg de vergunning voor MAA heeft ingetrokken, primair om een nieuwe aanvraag voor te bereiden waarin meer rekening wordt gehouden met de omwonenden. Met name het lawaai en de milieuvervuiling dat het vliegveld ten noorden van Maastricht met zich meebrengt baart de ondernemers grote zorgen: 'In de stilte van het Nationaal Landschap Zuid-Limburg valt het lawaai van de vliegtuigen van MAA nog eens extra op. Ze dalen over bekende natuurgebieden zoals de Bemelerberg, het Gulpdal, het Geuldal, de Vijlenerbossen en Cotessen. De vroege en lawaaierige vluchten wekken onze gasten uit hun slaap, ze krijgen niet de ontspanning die wordt beloofd', zo staat te lezen in de brief, die is opgesteld door de Vereniging Recreatieondernemers Nederland (RECRON), Koninklijke Horeca Nederland en de VVV Zuid-Limburg.
De premisse dat MAA een positieve bijdrage zou leveren aan het toerisme in het uiterste zuiden van Nederland, wordt door de briefschrijvers ten stelligste ontkracht: 'De prijsvechters Ryanair en Corendon op het vliegveld zijn actief in het uitgaande toerisme en hebben amper toegevoegde waarde voor de toeristische economie van Zuid-Limburg, en vormen zelfs een potentiële bedreiging.' Daarbij is MAA in het grotere economische geheel maar een kleine speler, en de recreatiesector juist een grote: 'Toerisme is een belangrijke bedrijfstak die 21.000 directe en duizenden indirecte banen in Zuid-Limburg oplevert, met een omzet van 2,2 miljard euro.'
Toch zijn de briefschrijvers niet voor sluiting van het vliegveld – zo zien ze in dat het MAA voor The European Fine Art Fair (TEFAF) en het Maastrichts Expositie en Congres Centrum (MECC) van toegevoegde waarde is – maar zouden ze graag zien dat er wordt onderzocht op welke manier de luchthaven het regionale toerisme daadwerkelijk kan versterken: 'Onze grootste zorg is dat ons imago van natuur, stilte en rust wordt aangetast door de activiteiten van MAA.'
Door: redactie Nationale Recreatiegids