Brandweerveteraan schrijft over legendarische Rotterdamse brandweerwagen

Dure grap 

De drie Ahrens Fox wagens werd in 1927 aangekocht door de gemeente. Het was een uitzonderlijk dure aanbesteding uit de Verenigde Staten. Het leidde tot veel commotie omdat gemeentes hun materiaal liever lokaal kopen om hiermee een impuls te geven aan de lokale economie. De toenmalige voorzitter speelde in op de commotie; hij kocht alleen het chassis, het stuur, de pomp, de wielen en de motor. De rest zou aangevuld worden door Nederlandse vaklieden.

De vaklieden maakte aanpassingen waaronder een extra bumper en een bovencabine. Achteraf een welkome uitbreiding voor lieden die werken met grote hoeveelheden water. Destijds was het voor de brandweer gebruikelijk om ter paard naar de brand te gaan. 

Wagen met een verleden 

De geschiedenis leert ons dat dit voortschrijdend inzicht was. Brandweerwagens gaan tegenwoordig niet langer dan tien jaar mee. Alle drie hebben de wagens een aantal grote historische gebeurtenissen meegemaakt. Toen Rotterdam werd gebombardeerd in de Tweede Wereldoorlog werden de wagens ingezet om verwoeste huizen te blussen. Hierbij kwamen twee brandweerlieden op het leven.

Vooral de spuiten waren bijzonder lastig om te onderhouden. Desalniettemin zorgt Oosthoek met een aantal ex-brandweerlieden voor het onderhoud van de Ahrens Foxen. Zij hopen dat de gemeente hun werk voortzet als ze er niet meer zijn.

Door: Nationale Recreatiegids  

Beeld: Gemeente Rotterdam, De Ahrens Fox - nog zonder cabine - wordt ingezet bij een brand in de binnenstad in 1933