Energierekening Artis naar 2 miljoen euro, temperatuur in verblijven omlaag

Door Redactie Nationale recreatiegids
4 min
De dieren in Artis zullen de komende tijd moeten wennen aan een koudere temperatuur. De dierentuin in Amsterdam heeft namelijk besloten in alle verblijven de verwarming lager te zetten om de energiekosten te drukken. Verwachting is dat de gasrekening in 2022 ruim 2 miljoen euro zal kosten. Dit meldt Looopings.

De verwachting is dat de energierekening van 700.000 euro in 2021 naar 2,1 miljoen euro in 2022 gaat. Daarom moet overal in het park de temperatuur omlaag. Zo moet de onechte gaviaal - een krokodilachtige in het Reptielenhuis - wennen aan een temperatuur van 27 graden in plaats van 31. Daarnaast wordt verlichting sneller uitgedaan als het park dicht is, en wordt ook het ventilatiesysteem sporadischer gebruikt. 

Effect op de dieren

Tot nu toe heeft het verlagen van de tempertatuur in de verblijven weinig effect op het gedrag van de dieren. De verzorgers houden dat wel scherp in de gaten. Zodra dieren last van de lagere temperatuur krijgen zal de dierentuin zoeken naar andere oplossingen. Naast het verlagen van de temperatuur worden veel hokken ook op andere manieren aangepast. Olifanten lopen niet meer door een open deur hun binnenverblijf in. Een plastic flap moet de warmte daar zo veel mogelijk binnen houden. Het verblijf van de vale gieren is geïsoleerd en voorzien van zonnepanelen. Verder verwarmt men verschillende verblijven nu met infraroodpanelen.

Sneller verduurzamen

Het is de bedoeling om in 2030 geen gas meer te gebruiken in de dierentuin. Tegelijkertijd moet het kraanwaterverbruik met de helft afnemen. Die plannen worden nu versneld opgepakt, mede dankzij een overheidssubsidie van 600.000 euro. Daarnaast zal de dierentuin in de toekomst wellicht afscheid moeten nemen van bepaalde diersoorten. Een locatie als een Reptielenhuis voegt veel toe aan een dierentuin, maar is erg duur als het gaat om verwarmen. Dergelijke verblijven hebben in de huidige situatie wellicht geen toekomst meer. 

Door: Nationale Recreatiegids