Bijbouwen buiten de stad geeft extra kosten voor de samenleving

Door Redactie Nationale recreatiegids
4 min
De Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen (NEPROM) kwam afgelopen week met een versneld plan om nieuwe huizen buiten de stad te bouwen. Experts op het gebied van ruimtelijke ordening zijn echter kritisch over de voorstellen. Dit meldt Stadszaken. 

Door het aanhoudende woningtekort staan de komende ministeries voor een grote uitdaging. De bestaande plannen om de Nederlandse woonvoorziening binnen de steden uit te breiden zullen naar verwachting pas in 2030 nieuwe woningen opleveren. NEPROM kwam daarom met een ambitieus plan om woningen buiten de stad te bouwen. Volgens de ontwikkelaarsvereniging is bouwen buiten de stad een noodzaak om goedkoper en sneller het aanbod op te krikken. Volgens hun prognoses zou het gaan om zo’n 230.000 extra woningen.

Kritiek 

Planologen zijn het echter oneens met de positieve verwachtingen uit het voorstel. Volgens de experts ligt er al een plan om de woningvoorraad met 1.0440.000 woningen uit te breiden. De gedachte van 'zoveel mogelijk extra woningen bijbouwen buiten stadskernen' gaat volgens hen voorbij aan wat ruimtelijke ordening zou moet zijn. Projectontwikkelaars zouden juist hun energie in bestaande binnenstedelijke projecten moeten steken. Verder is het bijbouwen van woningen geen simpele kwestie van kwantiteit. Door nieuwe huizen te bouwen buiten centrale plekken voor werkgelegenheid komen er veel extra kosten bij. Denk aan kosten voor extra infrastructuur, landbouwgrond die moet worden opgekocht en de inname van ruimtes die anderzijds bestemd zouden zijn voor duurzame energievoorziening. 

Bouwen, bouwen bouwen?  

De centrale boodschap van de planologen is dat sneller bouwen niet altijd beter is. Gelet op de klimaatdoelstellingen en de bouw van duurzame woningen is het maar de vraag of buitenstedelijke projecten de kwaliteit van leven ten goede komt. De NEPROM zou met hun plannen het maatschappelijke kostenplaatje uit het oog verliezen. 

Door: Nationale Recreatiegids/ Mila Tukker