Het was een verrassende uitspraak van de Raad van State. Die concludeerde gisteren dat een boete (à zesduizend euro) voor een vrouw die haar huis had verhuurd via Airbnb, maar dit verzuimd had te melden bij de gemeente, onrechtmatig was uitgedeeld. Volgens de regels van de gemeente Amsterdam moet iedereen die zijn woning verhuurt aan toeristen, dit melden bij de gemeente. Op die manier kan de gemeente in de gaten houden of mensen niet meer dan de maximaal toegestane dertig dagen per jaar hun huis verhuren. 

 

 

Maar de Raad van State zegt nu dat de gemeente Amsterdam helemaal niet bevoegd is om vrijstellingsgronden vast te mogen leggen: voor vakantieverhuur is altijd een vergunning nodig, zo laat een woordvoerder van de Raad van State weten tegenover de Volkskrant. Echter: niemand die zijn huis aanbiedt in Amsterdam via Airbnb heeft zo’n vergunning, net zo min als elders in het land. Dat betekent dat het nu opeens verboden is om je huis aan te bieden via platforms als Airbnb en Booking.com. Of zoals Ivens het samenvat tegenover Het Parool: “Wat gisteren nog mocht, mag vandaag niet meer.”

 

 

Ivens, die al langer probeert de ongetemde groei van toeristische verhuur aan banden te leggen, hoopt nu door te kunnen pakken, en droomt voorzichtig van een algeheel verbod op vakantieverhuur van particuliere onderkomens in de hoofdstad. Maar dit zal nog flink wat voeten in aarde hebben: volgens Het Parool ontbreekt er politiek draagvlak voor zo’n algeheel verbod. In drukke delen van de stad kan Amsterdam sinds kort overigens al wel vakantieverhuur verbieden, dankzij de huisvestingsverordening die recent werd vastgesteld door de gemeenteraad.