Overlast en schade door toename aan menselijke ontlasting op Vlieland
Op Vlieland neemt de hoeveelheid menselijke ontlasting in de natuur toe. Burgemeester Schrier riep inwoners en bezoekers daarom onlangs op tot meer fatsoenlijk gedrag. Naast de overlast voor wandelaars en omwonenden, kan menselijke ontlasting namelijk schadelijke gevolgen hebben voor natuur en drinkwater. Dit meldt Omrop Fryslân.
Volgens boswachters van Staatsbosbeheer verstoort mensenpoep de natuurlijke kringloop. In menselijke ontlasting zitten stoffen die van buiten het ecosysteem afkomstig zijn, zoals resten van medicijnen. Die kunnen schadelijk zijn voor dieren die ermee in contact komen en het bodemleven aantasten.
Effect van medicijnen en meststoffen
Omdat mensen vaak medicijnresten uitscheiden, bevat hun ontlasting stoffen die normaal niet in de natuur voorkomen. Honden of andere dieren die dit opnemen kunnen ziek worden. Daarnaast werkt menselijke ontlasting als mest, waardoor de bodem kan verzuren en ammoniak vrijkomt. Dit breekt mineralen af die insecten nodig hebben en kan zo de biodiversiteit aantasten.
Risico voor drinkwater
Ook waterbedrijven maken zich zorgen. Zo waarschuwt Vitens dat honden- en mensenpoep in waterwingebieden een directe bedreiging kan vormen voor de kwaliteit van drinkwater. Wanneer ontlasting in de buurt van winputten belandt, kan dit tijdens onderhoudswerkzaamheden onbedoeld worden verspreid, wat risico’s oplevert voor de hygiëne en veiligheid van het drinkwater.
Verstoring van voedselarme natuur
Ontlasting brengt voedingsstoffen mee die de natuur uit balans kunnen brengen. In voedselarme gebieden, zoals duinen, kunnen hierdoor planten opkomen die er van nature niet thuishoren. Deze soorten kunnen de oorspronkelijke vegetatie verdringen en zo het ecosysteem veranderen.
Toename sinds corona
Boswachters merken dat er de laatste jaren meer menselijke ontlasting langs paden en in natuurgebieden wordt gevonden. Zij vermoeden dat dit samenhangt met de coronaperiode, waarin mensen minder toegang hadden tot openbare voorzieningen. Sindsdien lijkt het gedrag vaker voor te komen, wat volgens natuurbeheerders reden is om opnieuw aandacht te vragen voor dit probleem.