De tien Drentse boeren die meededen aan de telling zagen vorig jaar gemiddeld meer dan 250 vlinders. In totaal deden 125 boeren mee aan de telling, die gemiddeld 207 vlinders spotten. Het totaalaantal vlinders dat is gezien komt neer op 25.806 vlinders.

Gesteldheid biodiversiteit

Het initiatief voor de jaarlijkse telling komt voort uit het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Die wil onderzoeken hoe het gesteld is met de biodiversiteit op het boerenland. De cijfers worden sinds 2019 bijgehouden. Het onderzoek loopt tot en met 2027, aldus Jeroen van der Brugge van de Vlinderstichting.

Om de vlinders te tellen zetten boeren drie emmers met verlichting neer op verschillende plekken. “Eén op het erf, één op het agrarisch land en één waarop een natuurmaatregel wordt uitgevoerd.” Die natuurmaatregelen variëren van kruidenrijke akkerranden tot bloemrijke graslanden. Vlinders komen af op het licht, waardoor het makkelijker wordt om ze te tellen. De deelnemers fotograferen de vlinders de volgende ochtend.

Meer deelnemers

Dat er vorig jaar meer vlinders zijn geteld, is niet gek. Er zijn namelijk ook meer deelnemers die vlinder spotten. De gemiddelde waarneming is ondanks de totale toename namelijk afgenomen. In 2022 zagen boeren gemiddeld 7,8 vlinders per nacht, in 2023 was dat 7,2. Dat is nog wel een toename vergeleken met 2021. Toen werden er gemiddeld 5,7 vlinders per nacht per boer gesignaleerd. Dit betekent niet veel voor en trendontwikkeling denkt Van der Brugge. “Zo had je het afgelopen jaar een nat en koud voorjaar, dat heeft ook invloed. We moeten echt tien jaar meten voor een langetermijneffect.”

Natuurmaatregelen

Wat wel al voorzichtig kan worden geconcludeerd, is dat natuurmaatregelen een effect hebben op het aantal vlinders. Volgens Van de Brugge komen er meer nachtvlinders naar plekken waar natuurmaatregelen zijn ingesteld. Die hebben dus écht zin.