Staatsbosbeheer gaat in Grevelingenmeer kunstmatig rif met oesterschelpen bouwen

Het getij in het Grevelingenmeer, op de grens van Zuid-Holland en Zeeland, is verdwenen door de bouw van de deltawerken. Door gebrek aan eb en vloed ontstaan er niet meer vanzelf zandeilandjes, die vogels als de kluut en de zandplevier gebruiken om een nest op te bouwen. Staatsbosbeheer stort geregeld zand op eilandjes die er nog wel zijn om de nestelmogelijkheid te behouden. Langs de randen werden tot nu toe keien geplaatst zodat zand minder snel wegspoelt. Maar die keien zijn aantrekkelijke schuilplaatsen voor ratten, die naar de eilandjes zwemmen om eieren te roven.
Kunstmatig en natuurlijk
Een kunstmatig, maar wel natuurlijk rif kan gemaakt worden door oesterschelpen op de zeebodem te storten. De riffen groeien vanzelf doordat oesters en mosselen zich er aan vasthechten. Riffen breken de golven, zodat zand van de eilandjes niet wegspoelt. Aangezien het heel belangrijk is dat de riffen precies op de goede plek liggen, heeft Staatsbosbeheer de Wageningen Universiteit laten uitrekenen wat goede locaties zijn.
Experiment
Het eerste kunstrif in het Grevelingenmeer moet over twee jaar helemaal klaar zijn. Staatsbosbeheer volgt wat het effect is voor vogels, vissen, zeehonden en waterplanten. Andere natuurorganisaties experimenteren op andere plaatsen in de Noordzee en de Waddenzee ook met oesterriffen, onder andere bij windparken.
Door: Nationale Recreatiegids