Meer lepelaars te zien in Noord-Hollandse natuur, minder huismussen
De globale conclusie uit het rapport is wisselend. Met 86 dieren gaat het goed, 84 soorten nemen af en 68 soorten zijn stabiel. In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld meer ruimte voor de eerdergenoemde vogels. Dankzij investeringen in betere zoetwatergebieden en het verdwijnen van natuurlijke vijanden kon de populatie lepelaars flink aansterken, vooral op Texel.
Schaduwzijde
De schaduwzijde van het rapport is dat diersoorten niet één op één met elkaar vergelijkbaar zijn. Zo verliest de huismus steeds meer terrein om te broeden, waardoor deze vogel juist steeds minder in de natuur is te zien.
De Provincie heeft daarom een nieuw masterplan opgesteld waarin juist wordt ingezet op de vogels waarmee het slechter lijkt te gaan. Hierbij gaat het niet alleen om de uitbreiding van bestaande natuurgebieden, maar wordt er bijvoorbeeld ook samengewerkt met boeren om hun erf te vergroenen. De hoge stikstofwaardes in onze grond hebben een onmiskenbaar effect op de leefomgeving van dieren. In 24 deelgebieden zal de provincie daarom projecten ter verbetering van de natuur proberen te realiseren.
Door: Nationale Recreatiegids