De vergunning stond toe om tussen 1 oktober en 1 maart kolganzen, grauwe ganzen en brandganzen te verjagen of te doden binnen en rondom negen Natura 2000-gebieden in de provincie. In zes van deze gebieden waren bufferzones ingesteld, waar binnen bepaalde afstanden niet mocht worden geschoten, onder meer ter bescherming van kwetsbare vogels en dassenburchten.

Rechtbank zette eerder al streep door vergunning

Natuurorganisaties als De Faunabescherming en Vogelbescherming Nederland dienden bezwaar in tegen de ontheffing en kregen eerder gelijk van de rechtbank Overijssel. Die oordeelde dat de provincie onvoldoende had onderbouwd wat de exacte impact van het afschot op de natuur zou zijn. Ook de gekozen afstanden voor de bufferzones werden als niet representatief beschouwd. De rechter besloot daarom de vergunning volledig te herroepen.

Hoger beroep faalt bij Raad van State

De provincie liet het er niet bij zitten en tekende hoger beroep aan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Tijdens een zitting op 20 mei 2025 werd de zaak opnieuw besproken. De uitkomst: de eerder herroepen vergunning blijft ongeldig. De hoogste bestuursrechter onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat de ecologische onderbouwing van de maatregel tekortschiet en dat de aangewezen bufferzones onvoldoende bescherming bieden.

Juridische impasse faunabeheer

Met deze uitspraak blijft het afschot van de genoemde ganzensoorten in en rond de betreffende Natura 2000-gebieden voorlopig verboden. Het provinciebestuur zal nu moeten terugkeren naar de tekentafel voor een nieuwe, beter onderbouwde vergunningaanvraag indien het het beheer alsnog wil doorzetten. Ondertussen blijven natuur- en dierenwelzijnsorganisaties scherp op dergelijke besluiten.