Onderzoek: één op drie Nederlanders vliegt minstens eens per jaar

Door Nationale Recreatiegids
3 min
Bijna een derde van de Nederlanders (31,5 procent) reist minstens een keer per jaar met het vliegtuig. De helft daarvan houdt het bij deze ene keer, de andere helft vliegt vaker. Gemiddeld genomen maken we op jaarbasis 0,75 vluchten per persoon. Vooral twintigers vliegen er lustig op los, maar minstens zo opvallend is het grote verschil tussen mannen en vrouwen. Op regionaal niveau valt op dat inwoners van Flevoland twee keer zoveel vliegen als Overijsselaren. Dit blijkt uit onderzoek van energiebedrijf Zonneplan.

Met behulp van veldwerkbureau Panel Inzicht ondervroeg Zonneplan 2.000 Nederlanders naar hun vlieggedrag. De grootste groep, 43,6 procent, geeft aan zelden tot nooit te vliegen. Van de ‘wel-vliegers’ gaat het in het vooral om een jaarlijkse vakantievlucht. Een op de vijftig Nederlanders vliegt vijf keer per jaar of vaker.

Mannen en jongeren vliegen veel vaker

In de laatste categorieën zijn mannen duidelijk oververtegenwoordigd. Zij vliegen bijna de helft vaker van vrouwen (0,89 om 0,62 per jaar). Zonneplan vermoedt dat dit met name zakenvluchten zijn. Verder valt op dat het aantal vluchten per jaar afneemt naarmate we ouder worden. Twintigers vliegen gemiddeld 1,1 keer per jaar, zeventigplussers 0,43 keer. De voor de hand liggende drang naar avontuur van de jongere generatie zou dit verschil kunnen verklaren, stelt Zonneplan.

Flevoland de vliegprovincie

Uit het onderzoek blijkt verder dat de komst van Lelystad Airport geen overbodige luxe zou zijn. Flevoland is namelijk de provincie waar inwoners het meest vliegen, gemiddeld 0,87 keer per jaar. Dat is net iets meer dan Noord- en Zuid-Hollanders. Het verschil met Overijssel is een stuk groter. Flevolanders blijken twee keer zoveel te vliegen als inwoners uit Overijssel (0,44 keer per jaar). Naast ruim de helft van de Overijsselaren geeft ook meer dan de helft van de Friesen en Drentenaren aan nooit te vliegen.