"We begonnen als jonge honden", blikt Borgelt terug. "Dan probeer je van alles." Gek genoeg ervoer de band "de grootste groeispurt" toen de toetsenist besloot te stoppen. "De kaarten moesten opnieuw geschud worden. We vonden uiteindelijk een nieuw geluid met meer drums, warmere baslijnen. Er kwam veel meer ruimte voor iedereen om naar voren te stappen", legt de zangeres uit.

Voor Borgelt voelt het maken van muziek met RONDÉ als werken met familie. "We werken zoveel samen, spenderen veel tijd. We kennen en vertrouwen elkaar door en door." Ook tijdens lastigere periodes, zoals de coronacrisis, hebben de bandleden elkaar gesteund. "Dan voelt het nog meer als familie." Net na de coronaperiode kreeg RONDÉ groot succes met het lied Hard To Say Goodbye. "Dan kun je dat ook samen vieren, dat is een heerlijk gevoel."

Trots en liefde

Het album TEN klinkt volgens Borgelt "veel volwassener" dan hun eerdere werk. "Je hoort de ervaring terug in de nummers, de groei. Wij zijn ongelofelijk trots. Er zit zoveel liefde in." De band hoort van luisteraars vaak dat ze verbaasd zijn dat ze uit Nederland komen. "Die vraag krijgen we regelmatig", grapt Borgelt. "Veel mensen vinden ons geluid internationaal. Dat vind ik een hartstikke groot compliment. Maar we komen gewoon uit Nederland en hopen dat Nederlanders blij met ons zijn." In het voorjaar speelt de band het album tijdens een tour door Nederland.

Over een week speelt RONDÉ hun grootste show tot nu toe in AFAS Live in Amsterdam. "We pakken groots uit, qua lichten, stagedesign", deelt Borgelt. Het is de viering van ons bestaan. En ja, daar komen ook zenuwen bij kijken. Die zijn er altijd, maar ik voel me zeker van mijn zaak. Het is een enorme eer."

Borgelt heeft nog toekomstdromen, zoals ooit een keer te spelen op het hoofdpodium van het Britse festival Glastonbury. Ook zijn er nog nationale dromen: "Het lijkt me waanzinnig meerdere AFAS-shows te doen of shows in de Ziggo Dome. "Wat wel zeker is, is dat we heel veel platen gaan maken", besluit de zangeres.