Drie kwart ouderen op vakantie
In 2012 is drie kwart van de Nederlanders van 55 jaar of ouder op vakantie geweest. Dat aandeel is gelijk aan dat van tien jaar geleden. Doordat het aantal 55-plussers met een kwart is toegenomen groeide ook het aantal oudere vakantiegangers sterk. Het steeg van 2,8 miljoen in 2002 naar 3,5 miljoen in 2012. Samen waren zij goed voor 11,2 miljoen vakanties.

Oudere vakantiegangers gaan gemiddeld vaker
Het aandeel vakantiegangers onder de 55 jaar is met 83 procent hoger dan de 74 procent bij ouderen. De 55-plussers die met vakantie gaan, trokken er met 3,2 vakanties gemiddeld echter vaker op uit dan de jongeren (2,8 vakanties). Ouderen gingen daarbij vaker uitsluitend op lange vakanties. Bij 55-minners is het aandeel dat zowel korte als lange vakanties hield juist hoger.

Helft van de vakanties in eigen land
Ouderen brachten ruim 51 procent van hun vakanties in eigen land door. Ruim 42 procent werd binnen, en slechts 6 procent buiten Europa gehouden. Duitsland was met bijna 12 procent van alle vakanties de favoriete buitenlandse bestemming van ouderen. Ook Frankrijk en Spanje zijn met 6 procent vrij populair. Jongeren blijven met 48 procent wat minder in eigen land en gaan met 8 procent wat meer naar landen buiten Europa.

Ouderen met lager inkomen blijven vaker thuis
Naast bijvoorbeeld gezondheid speelt ook het inkomen van ouderen een belangrijke rol bij hun vakantiegedrag. Van de ouderen uit de laagste inkomensgroep is één op de drie in 2012 niet met vakantie geweest, bij de midden- en hogere inkomens was dat respectievelijk 14 en 22 procent.

Oudere vakantiegangers met een lager inkomen blijven met 56 procent wat vaker in eigen land dan de midden- en hogere inkomens met respectievelijk 51 en 46 procent.

Bron: Pretwerk