Opnieuw roofkunst gevonden in Nederlandse musea
Het onderzoek, dat in 2009 begon en waaraan 162 musea deelnamen, richtte zich op kunst en rituele voorwerpen van joodse eigenaars die van 1933 tot het einde van de Tweede Wereldoorlog door roof, confiscatie en gedwongen verkoop in de musea terechtkwamen. De Nederlandse Museumvereniging wijst erop dat al vanaf 1933 joden in Duitsland en vanaf 1938 in Oostenrijk werden vervolgd en onderdrukt.
Het geroofde bezit kan via allerlei omwegen door Nederlandse musea zijn verworven. Volgens voorzitter van de onderzoekscommissie Rudi Ekkart waren onderzoeken in het verleden niet altijd even nauwkeurig of waren musea door 'te grote begerigheid' bij aanschaf wellicht onzorgvuldig. "Dat moet je rechtzetten", aldus Ekkart.
Minister van Cultuur Jet Bussemaker (PvdA) vindt het belangrijk dat de herkomst van de openbare kunstcollectie open en transparant in kaart wordt gebracht. Dat doet 'recht aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog', liet zij weten in een reactie.