De koningspinguïn is met zijn lengte van circa 1 meter de op een na grootste pinguinsoort. In de hals dragen ze een oranje druppelvormige vlek. In Nederland is Blijdorp de enige dierentuin waar deze pinguïnsoort is te zien. Ze zijn ondergebracht in het Falkland gedeelte van het Oceanium. Dit heeft een landgedeelte met een kiezelstrand en een watergedeelte. De koningspinguins leven samen met de kleinere en actievere ezelspinguïns. Ook zij hebben dit jaar een jong voortgebracht.

Zodra er eieren worden gelegd, halen de verzorgers deze doorgaans meteen weg om ze in de broedmachine veilig te stellen. Met een wisseltruc verwisselen ze het natuurlijke ei met een verwarmd houten ei. De ouders merken dit niet en gaan gewoon door met broeden. In de tussentijd kan het echte ei veilig uitkomen in de broedmachine. Het duurt ongeveer 60 dagen voordat er een jong uit het ei kruipt. Het pasgeboren kuiken wordt zo snel mogelijk weer teruggeplaatst in de groep en afwisselend gevoed door vader en moeder.�

Dit jaar is er ook met succes een ei door een ervaren koppel zelf uitgebroed in plaats van in de broedmachine. De ouders houden het ei warm op hun voeten en onder een huidplooi van de buik. Bij het opschudden van de veren of bij een bepaalde beweging kan het ei gaan rollen of beschadigen. In dit geval is dat gelukkig niet gebeurd.

Na circa een half jaar gaat het jong in de rui en na circa negen maanden is het helemaal 'af' en niet meer van de ouders te onderscheiden

© Nationale Recreatiegids