Jazztrompettist Donald Byrd overleden
NEW YORK (Novum/AP) - Jazzmuzikant Donald Byrd is op 80-jarige leeftijd overleden. Dat heeft de begrafenisonderneming die zijn uitvaart verzorgt bekendgemaakt. Byrd, een toonaangevende trompettist die in de jaren vijftig tientallen albums opnam met tal van beroemdheden, overleed op 4 februari.
Donaldson Toussaint L'Ouverture Byrd II, kortweg Donald Byrd, speelde in militaire fanfares voor hij in 1955 naar New York trok om zijn geluk te zoeken. Daar verwierf hij bekendheid toen hij zich aansloot bij de Jazz Messengers van Art Blakey en zijn idool Clifford Brown verving.
Al vlug werd Byrd een van de meest geliefde bebop-trompettisten van New York. Hij speelde samen met grootheden als Max Roach, Sonny Rollins, John Coltrane en Thelonious Monk.
In 1958 tekende hij een lucratief contract bij het Blue Note-label en vormde hij een band met baritonsaxofonist Pepper Adams, die net als hij uit Detroit kwam. Uit die samenwerking kwam het jaar daarop het album Off to the Races voort. De band werd een exponent van de hard-bopstijl, die voortsproot uit de bebop en elementen uit de R&B, soul en gospel in zich verenigde. Op het album Free Form uit 1961 werd de getalenteerde pianist Herbie Hancock geïntroduceerd.
In de jaren zestig spitste Byrd zich toe op jazzonderwijs aan de Manhattan School of Music. Hij studeerde in Parijs met componist Nadia Boulanger, werd de eerste docent jazz aan de Rutgers University in New Jersey en richtte op Howard University in Washington een afdeling voor jazzmuziek op.
Aan het einde van dat decennium produceerde Byrd een commerciëler geluid met het funk-jazzalbum Fancy Free, dat in 1969 verscheen. Hij trad daarmee in de voetsporen van andere trompetgrootheden als Miles Davis en Freddie Hubbard. Met de broers Mizell maakte hij in 1973 het album Black Byrd, een mix van jazz, R&B en funk dat het best verkochte album ooit van Blue Note werd.
Critici verweten Byrd ondertussen dat hij van het pad van de gewone jazz was afgestapt, maar hij bleef daar onbewogen onder. "Ik ben creatief; ik ben niet re-creatief", zei hij in 1999 tegen de Detroit Free Press. "Ik doe niet wat iedereen al doet."
Samen met een aantal studenten van Howard richtte Byrd de jazz-fusionband Blackbyrds op, die een groot publiek wist te bereiken met een geluid dat zwaar leunde op de R&B en zich liet beïnvloeden door de rock & roll. Met de albums Street Lady, Stepping Into Tomorrow en Place and Spaces eindigde Blackbyrds in de jaren zeventig verscheidene malen in de top-10 van de R&B-hitlijsten.
Begin jaren tachtig maakte Byrd, die over een rechtengraad beschikte, definitief de overstap naar het onderwijs na het behalen van zijn doctoraal aan de docentenopleiding van Columbia University. Hij doceerde aan de William Paterson University en de Delaware State University. Hij ontwikkelde een grensverleggend curriculum waarin hij muzieknoten transformeerde tot getallen en daarmee tegelijkertijd college kon geven in muziek en wiskunde.
"Ik kan met iedere getallenreeks muziek maken", zei hij daarover. "Van Bach tot bebop, van Herbie Hancock tot hiphop."
Eind jaren tachtig en begin jaren negentig trok hij toch zijn trompet weer uit de kast en maakte hij voor het label Landmark diverse albums. Zijn muziek werd later door tal van hiphopartiesten in hun werk toegepast.
In 2000 werd Byrd door de National Endowment for the Arts onderscheiden als Jazz Master, het hoogste eerbewijs in de Amerikaanse jazzwereld.