Nog 3500 kunstwerken met dubieus verleden bij rijk
Het naziregime stal tijdens de Tweede Wereldoorlog naar schatting anderhalf miljoen kunstwerken uit de bezette gebieden. Onderzoek moet uitwijzen of de kunstwerken 'met een oorlogsverleden' rechtmatig zijn verkregen of werden gestolen.
De Restitutiecommissie,die sinds 2002 op basis van onderzoek naar de herkomst van kunstwerken en advies geeft aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,heeft nu achttien zaken in behandeling. De commissie heeft honderd zaken afgerond. Hoeveel er nog in het verschiet liggen is niet beken
De zaken variëren in omvang, van enkele tot honderden werken. De zaak-Katz, waarvoor de herkomst van ruim tweehonderd kunstwerken wordt onderzocht, duurt al ruim vier jaar en is nog niet afgerond. De objecten zouden toekomen aan de erven van de broers Benjamin en Nathan Katz, die in Dieren een kunsthandel hadden.
In september komt de commissie met enkele nieuwe aanbevelingen over de teruggaaf van kunstwerken aan erven van de oorspronkelijke eigenaren. Die worden doorgaans overgenomen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog verzamelde het naziregime duizenden werken door ze te rovenvan veelal joodse eigenaars in bezette gebieden. Adolf Hitler en diens tweede man Hermann Göring hadden plannen voor een Führermuseum. Dat moest groter en imposanter worden dan het Louvre in Parijs. De nazi's werden verslagen voordat het museum, dat in 1951 zou openen, kon worden afgemaakt.