Het rapport werd gisteren door het Drents Parlement besproken. Veel leden hebben echter moeite met de aanbevelingen die de Noordelijke Rekenkamer maakt. De Rekenkamer zegt namelijk dat de wens is om de teugels rondom cultuursubsidies aan te halen, zodat resultaten van beleid en investeringen meetbaar worden. Maar, zo stellen de Statenleden: de kunst- en cultuursector is er niet een van strakke regels. Desalniettemin zal Jisse Otter, gedeputeerde voor de cultuur in provincie Drenthe, proberen om een plan te ontwikkelen waarbij doelstellingen scherper worden geformuleerd.

Verschillende visies voor cultuur en kunst in Drenthe

Wat met name blijkt uit de bespreking van het rapport van de Rekenkamer is dat de Statenleden van de provincie Drenthe het niet met elkaar eens zijn over de visie van kunst en cultuur in Drenthe. Zo stellen bepaalde leden dat kunst en cultuur toegankelijk moet zijn en blijven voor mindervaliden of mensen met minder geld. Daarentegen denken andere Statenleden dat de kwaliteit van de inhoud van een tentoonstelling juist in overweging genomen moet worden. Nico Uppelschoten, één van de Statenleden in de provincie Drenthe, is van mening dat de inwoners van Drenthe ook overwogen moeten worden in het geheel. Wat vinden zij leuk? Otter is echter niet een groot voorstander van dit idee. Hij vindt namelijk dat kunstenaars ook vernieuwend moeten zijn, en juist dat principe valt vaak niet in de smaak onder Drentenaren.

Ondanks de verschillende meningen staat Otter dus een ingewikkelde taak te wachten: een beter systeem creëeren waarin de resultaten en/of effecten van beleid gemeten kan worden in de cultuursector, terwijl de diversiteit van de sector behouden wordt.