Kunstmuseum Den Haag krijgt objecten van erfopvolgers Joodse kunstverzamelaar
Kunstmuseum Den Haag heeft twee kunstvoorwerpen teruggekregen in de collectie die eerder werden teruggegeven aan de erfopvolgers van de Duits-Joodse kunstverzamelaar en filantroop Emma Budge. Dit gebeurde nadat de zogenoemde Restitutiecommissie had geconcludeerd dat de stukken in 1937 onvrijwillig waren verkocht. Met de overeenstemming voor de zogenoemde 'herverwerving' blijft het belangrijkste werk uit de collectie Haags zilver van het Kunstmuseum behouden voor Den Haag en Nederland, liet het museum dinsdag weten.
Het gaat om een zeldzame zilveren bekerhouder – die toen ‘schroef’ werd genoemd – uit 1642 en een 14e-eeuwse schaal uit Kashan in Iran. De stukken werden in 1937 geveild bij veilinghuis Paul Graupe in Berlijn en daar aangekocht door Kunstmuseum Den Haag.
In december 2022 adviseerde de Restitutiecommissie de gemeente Den Haag, eigenaar van de collectie in het beheer van het Kunstmuseum, om de twee kunstvoorwerpen terug te geven aan de erfopvolgers van Emma Budge. De commissie concludeerde dat voldoende aannemelijk is dat haar erfgenamen na haar dood onvrijwillig afstand hebben moeten doen van de stukken vanwege de vele anti-Joodse maatregelen in nazi-Duitsland.
Het Kunstmuseum toont vanaf eind november de bekerschroef en de schaal tijdens een speciale presentatie over het belang van de voorwerpen voor de collectie. Bij de artefacten zal het verhaal van Emma Budge en haar bijzondere kunstverzameling worden verteld.
