Haags museum: oorlogsfotografie niet alleen mannenzaak

Het gaat om foto’s van Lee Miller (1907-1977), Gerda Taro (1910-1937), Catherine Leroy (1944-2006), Christine Spengler (1945), Francoise Demulder (1947-2008), Susan Meiselas (1948), Carolyn Cole (1961) en Anja Niedringhaus (1965-2014). "Ondanks dat vrouwelijke fotografen altijd al aanwezig waren aan het oorlogsfront, is hun werk grotendeels onzichtbaar gebleven. In retrospectief kunnen we zeggen dat dit niets te maken heeft met hun talent en gedrevenheid, maar eerder met uitsluiting die voortkomt uit de overtuiging dat vrouwen niets te zoeken hebben in conflictgebieden", zegt het museum.
Ondanks hun bijdragen aan de fotojournalistiek in oorlogssituaties kent het grote publiek de namen van deze vrouwen dan ook amper, denkt het museum. Het werk van Gerda Taro is vaak verkocht onder de naam van haar wereldberoemde partner Robert Capa. Dan ging het namelijk beter van de hand. "Pas recentelijk is hier onderzoek naar gedaan en wordt duidelijk hoeveel groter haar aandeel is geweest", aldus het Fotomuseum.
Het Fotomuseum heeft de expositie niet zelf gemaakt, maar deze overgenomen van Kunstpalast Düsseldorf. De expo gaat overigens niet alleen over de onverschrokken dames alleen, maar ook over de opkomst, de ontwikkeling en de impact van oorlogsfotografie. "Door de geschiedenis heen is het fotografen gelukt de oorlog terug te brengen tot individueel leed en lef, waardoor de buitenwereld zich kan verplaatsen in het conflict en compassie kan voelen. De impact van oorlogsfotografie heeft meer dan eens de publieke opinie doen kantelen wat betreft democratie en de schending van mensenrechten", schrijft het museum.