Netflix moet investeren in Nederlandse films dankzij BBB
De wet verplicht grote streamingbedrijven om 5 procent van hun jaaromzet te investeren in Nederlandse producties. Dat is dankzij een deal tussen coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie een half procentpunt meer dan verantwoordelijk staatssecretaris Gunay Uslu (Media) oorspronkelijk voorstelde. Dat kan op instemming rekenen van de linkse oppositie, hoewel die op een hoger percentage had gehoopt.
De onvrede van links richt zich met name op een door een Kamermeerderheid gesteund amendement van het CDA. Hierdoor mag de helft van het gereserveerde bedrag vrij worden besteed door de streamingbedrijven, zolang het maar om Nederlandse producties gaat. Dat deel hoeft niet te worden uitgegeven aan films, series of documentaires. Andere genres als comedy of reality-tv zijn ook toegestaan.
Te kleine aanpassingen
De linkse partijen vrezen dat hierdoor de helft van de verplichte investering wordt uitgegeven aan producties die nu ook al worden gemaakt. Daarom vinden zij de verandering die deze wet teweegbrengt te summier. Mohammed Mohandis (PvdA) noemt de wet "vooral goed voor aandeelhouders voor de Netflixen van deze wereld".
Ook Uslu heeft eerder tijdens een debat aangegeven geen voorstander te zijn van deze aanpassing. Maar zij vindt wel dat haar wetsvoorstel voldoende overeind blijft. Dankzij de wet moeten streamingbedrijven grofweg 40 miljoen per jaar in Nederlandse producties steken.
Alles aangrijpen
Voor BBB was het door links gehekelde amendement juist een van de redenen om voor de wet te stemmen. "Wij willen een zo breed mogelijke toepassing", zegt een woordvoerder van de partij. "Volgens de oude beschrijving zou streamen van een productie als 'De Vergeten Twentse Lente' er niet onder vallen."
Een ander bezwaar van links is het deel van het vrijgemaakte bedrag dat naar onafhankelijke producenten moet. De coalitie heeft 60 procent afgesproken, terwijl de linkse partijen en ook Uslu liever 80 procent hadden gezien.
Door: ANP