De schilderijen zijn rond het jaar 1628 gemaakt. De kinderen die erop worden afgebeeld zouden mogelijk de kinderen van Hals zijn, Frans en Sara. Hals stond bekend om zijn schilderijen van alledaagse mensen en taferelen.

De werken hebben 7,8 miljoen dollar (6,85 miljoen euro) gekost. Maximaal 40 procent daarvan, 2,74 miljoen euro, wordt betaald uit het Nationaal Aankoopfonds van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Verder hebben de Vereniging Rembrandt, het Mondriaan Fonds, de Vereniging Vrienden van het Frans Hals Museum, de VriendenLoterij en de gemeente Haarlem bijgedragen aan de aanschaf.

Werken wisselend tentoongesteld

De werken blijven samen hangen en gaan om en om naar Den Haag en Haarlem. Vanaf juli hangen de schilderijen in het Frans Hals Museum, in september gaan ze naar het Mauritshuis en vanaf november 2026 maken ze deel uit van de tentoonstelling Hals-Rembrandt in Haarlem.

"Het is prachtig dat deze schilderijen van Frans Hals, die eerst in handen waren van een buitenlandse particulier, weer thuis zijn. Zij bieden een doorkijkje naar het dagelijks leven in de zeventiende eeuw en zijn een prachtig voorbeeld van de kenmerkende losse schildertoets van Hals", aldus minister Eppo Bruins van OCW.

Directeur Lidewij de Koekkoek van het Frans Hals Museum is "ontzettend blij" met de "Hals-kinderen. Het is een van de mooiste aankopen voor ons." Volgens De Koekkoek was het nog spannend of er voldoende geld gevonden kon worden voor de schilderijen, maar dat lukte net op tijd. "Gelukkig was er maar één tegenbieder en werd de prijs niet omhoog gestuwd."