Nieuwe uitgestorven dolfijnensoort ontdekt door Natuurhistorisch Museum Rotterdam
Het Natuurhistorisch Museum Rotterdam heeft een bijzondere vondst bekendgemaakt: onderzoekers hebben een tot nu toe onbekende spitssnuitdolfijnensoort geïdentificeerd die miljoenen jaren geleden in de Westerschelde leefde. De schedel van het dier is vanaf nu te zien in het museum. Dit meldt het Algemeen Dagblad.
De soort, die de naam Flandriacetus gijseni heeft gekregen, zwom zo’n 8 miljoen jaar geleden door een landschap dat destijds totaal anders was dan het huidige estuarium. Volgens het museum vormt de ontdekking een nieuwe tak aan de evolutionaire stamboom van spitssnuitdolfijnen.
Fossielen uit tientallen expedities
De vondst is het resultaat van jarenlange expedities waarbij een grote hoeveelheid fossielen uit de Westerschelde werd geborgen. Naast losse botten van onder meer walvissen en mammoeten werden ook zware blokken zandsteen gevonden met vrijwel complete schedels.
Negen schedels geven uniek inzicht
Van de nieuwe soort zijn negen schedels gevonden, waarvan het merendeel vrijwel intact. In samenwerking met internationale onderzoekers is een duidelijk beeld ontstaan van het dier: het had veel tanden en leefde in relatief ondiep water, in tegenstelling tot moderne spitssnuitdolfijnen die tandloos zijn en op grote diepte jagen.
Jagers in kleine groepen
Op basis van de fossielen en kennis van moderne walvisachtigen vermoeden onderzoekers dat de soort in kleine groepen op vissen jaagde in de toenmalige Oernoordzee.