De ILT werkte voor de controle samen met vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat, Agentschap Telecom en de Landelijke Eenheid van de politie. De schepen die gecontroleerd zijn lagen allemaal in de haven van Terschelling in verband met Oerol. Sommige voor een of twee nachten, anderen gedurende de hele periode (van 12 tot en met 21 juni). 

 

 

Volgens senior-inspecteur Thom Bijkersma van de ILT is het doorgaans gebruikelijk schepen te controleren op het moment dat de bemanning druk bezig is met de passagiers, of wanneer ze aan het zeilen zijn: dat wordt du moment niet altijd gewaardeerd. Door de schepen niet te controleren op het moment dat ze in actie zijn, maar op het moment dat ze in ruste zijn en als drijvend hotel in de haven liggen wordt er veel irritatie vermeden: “De schippers hebben nu veel meer tijd voor dit soort inspecties. Zij en wij kunnen nu in een ontspannen sfeer ons werk doen”, aldus Bijkersma tegenover Schuttevaer. 

 

 

Tijdens het onderzoek, dat twee dagen duurde, kwamen weinig onregelmatigheden aan het licht. Zaken die men aantrof bij de twaalf geïnspecteerde schepen waren het ontbreken van een Rijnvaartverklaring, een machinekamer waar draaiende onderdelen niet waren afgeschermd, de afwezigheid van een scheepsnaam op het achterschip en een EHBO-kast zonder pictogram. Er werd slechts één boete uitgedeeld, aan een schipper met blussers aan boord waarvan de keur was verlopen.