Onlangs bereikten Gillis en Dijkstra een overnameakkoord ter waarde van 185 miljoen euro. Toch heeft Dijkstra inmiddels spijt van de deal. De rechter besliste echter vorige week dat de verkoop door moet gaan.

Sinds deze week loopt de dwangsom op: elke dag dat Dijkstra niet betaalt, kost hem een ton, en na elf dagen zelfs een half miljoen euro per dag, tot een maximum van 100 miljoen.

'Principes mogen geld kosten'

Volgens Jeroen Ferarra, adviseur van Dijkstra, draait het inmiddels om een principekwestie. De Friese ondernemer accepteert de hoge kosten om zijn standpunt kracht bij te zetten.

De verkoop van de Oostappen-parken, gelegen in Brabant, Limburg en Arnhem, blijft daarmee een slepende kwestie. Gillis, bekend van realityshows, heeft de afgelopen jaren veel kritiek gekregen en werd onlangs veroordeeld tot een half jaar gevangenisstraf wegens belastingontduiking en gesjoemel met zijn administratie. Hij heeft hoger beroep aangetekend.

Daarnaast kreeg Gillis een boete van 2,5 miljoen euro van de Belastingdienst voor het zwart verhuren van accommodaties op zijn parken.

Verzwegen problemen

Hoewel Dijkstra wist dat er juridische problemen speelden, is hem volgens Ferarra veel verzwijgd. Gillis zou hebben gezegd dat de zaken "wel meevielen", maar vlak na het tekenen van het contract legde de Belastingdienst beslag op de parken.

Het vertrouwen van Dijkstra is daardoor volledig verdwenen. Naast het beslag volgde ook Gillis’ veroordeling, en Dijkstra vreest dat er nog meer verborgen problemen boven water zullen komen. Ook zijn investeerders zijn inmiddels huiverig geworden.

Volgens Ferarra is het onredelijk om een bedrijf te moeten overnemen vol verborgen gebreken. Dijkstra bereidt een bodemprocedure voor, maar voorlopig kijkt hij de situatie nog aan.

Peter Gillis heeft nog niet gereageerd op vragen over deze zaak.