Romeinse muntschat van Buggenum onthuld in Limburgs Museum
Ruim vierduizend koperen munten uit de Laat-Romeinse tijd zijn op 9 december gepresenteerd in het Limburgs Museum. De vondst werd in 2023 gedaan op een akker in Buggenum en geldt als de grootste muntvondst ooit in Limburg. Vrijwilliger Wolf Alberts ontdekte de munten met zijn metaaldetector en meldde dit direct, waarna archeologen en restaurateurs snel konden ingrijpen om de kuil met munten intact te bergen en te onderzoeken. Dit meldt de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
De muntschat stamt uit een periode waarin het Romeinse Rijk sterk verzwakt was. Germaanse invallen waren aan de orde van de dag en het geld verloor steeds meer waarde. Numismatisch onderzoek wijst uit dat de jongste munten zijn geslagen onder keizer Theodosius (379-395 na Christus). Omdat de munten sterk versleten zijn, is het aannemelijk dat ze pas rond het midden van de vijfde eeuw zijn begraven.
Van vondst tot vitrine
De kuil met munten werd in zijn geheel geborgen en onderzocht door restauratiebedrijf Restaura. Mogelijk maakte de plek deel uit van een nederzetting. Inmiddels zijn de munten opgenomen in de vaste collectie van het Limburgs Museum.
Samenwerking en waardering
Tijdens de presentatie werd ook de documentaire De muntvondst van Buggenum vertoond, waarin het hele proces van ontdekking tot tentoonstelling wordt gevolgd. Verschillende partijen werkten intensief samen om de vondst veilig te stellen. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed benadrukte dat de zorgvuldige aanpak van Alberts, die de munten niet zelf uit de grond haalde, cruciaal was voor het behoud van archeologische informatie.
Grootste muntvondst van Limburg
De vondst onderstreept het belang van samenwerking tussen amateur- en beroepsarcheologen. Dankzij de snelle melding en professionele berging heeft de muntschat nu een blijvende plek in het Limburgs Museum, waar bezoekers een uniek inkijkje krijgen in de laatste eeuwen van het Romeinse Rijk.