Poging tot kunstroof Oisterwijk werpt schaduw op veiligheid kunstgaleries
Een mislukte kunstdiefstal in Oisterwijk heeft vorig jaar geleid tot aanzienlijke schade aan een galerie en haar omgeving. Een 24-jarige verdachte wordt ervan beschuldigd op gewelddadige wijze toegang te hebben verschaft tot de MPV Gallery, waarbij hij gebruik zou hebben gemaakt van een explosief om de toegang te forceren. Tijdens de inbraak werden twee waardevolle kunstwerken van Andy Warhol meegenomen, terwijl twee andere zeefdrukken door haastige handelingen beschadigd achterbleven. Dit meldt Omroep Brabant.
De kunstwerken, bedoeld voor verkoop op een grote kunstbeurs in Amsterdam, zijn sindsdien spoorloos. De schade aan het gebouw en omliggende panden was aanzienlijk, wat vragen oproept over de beveiliging van kunstinstellingen in kleinere gemeenten.
Onzorgvuldige werkwijze leidde tot bewijs
Uit het strafdossier blijkt dat de verdachte niet alleen sporen achterliet op de plaats delict, maar ook voorafgaand aan de inbraak meerdere fouten maakte. De grote formaten van de kunstwerken pasten niet in het voertuig dat werd gebruikt, waardoor ze deels uit hun lijsten werden gehaald. Daarnaast werd op zijn telefoon gezocht naar informatie over de galerie en de betreffende kunstwerken. Ook communiceerde hij daarover met zijn vader, wat extra aanwijzingen opleverde voor de opsporing.
De verdachte had eerder gewerkt bij een andere galerie en was zelfs bekend met de MPV Gallery, waar hij eerder op sollicitatie was geweest. Deze connecties maakten hem herkenbaar voor betrokkenen.
Belang voor kunstinstellingen en recreatiesector
Voor de recreatiesector, en met name voor kunstgaleries die publiek trekken, onderstreept deze zaak het belang van adequaat risicobeheer. Kunstinstellingen zijn vaak onderdeel van toeristische of recreatieve infrastructuur en trekken bezoekers met waardevolle collecties. Incidenten als deze benadrukken de noodzaak van strengere beveiliging, betere samenwerking met lokale autoriteiten en aandacht voor verdachte patronen in bezoekersgedrag.
De galerie in Oisterwijk had kunstwerken tentoongesteld die naar schatting samen rond de 400.000 euro waard waren. Dergelijke tentoonstellingen vormen een belangrijke trekpleister voor cultuurtoerisme, maar blijken ook kwetsbaar zonder passende veiligheidsmaatregelen.
Rechtsgang en vervolg
De verdachte ontkende in eerste instantie betrokkenheid, maar forensisch bewijs, waaronder bloedsporen in het voertuig, bracht justitie ertoe hem als verdachte aan te wijzen. Tijdens de rechtszitting in Breda bleef hij grotendeels stil, naar eigen zeggen vanwege psychische druk en familiebetrokkenheid in de zaak.
De rechtbank doet op 23 oktober uitspraak. Justitie acht de betrokkenheid bij de kunstroof bewezen en eist een gevangenisstraf van vijf jaar. Het is nog onduidelijk of de verdwenen kunstwerken ooit zullen worden teruggevonden, maar voor de getroffen galerie en de recreatieve kunstsector blijft de impact voelbaar.