Regen trekt unieke vogelsoorten naar natuurgebieden in Nederland
De overvloedige regenval van dit jaar heeft in natuurgebied de Maashorst geleid tot de vorming van vennetjes op de heide. Waar het gebied normaal droog is, bieden de plassen nu een tijdelijke habitat voor bijzondere vogelsoorten en ander nieuw leven. Vrijwilligers van Vogelwacht Uden spreken van een uitzonderlijk jaar met unieke waarnemingen. Dit meldt Omroep Brabant.
Volgens John Hermans, al meer dan veertig jaar actief als vrijwilliger bij Vogelwacht Uden, zijn er dit jaar maar liefst 28 vogelsoorten waargenomen die normaal niet in de Maashorst voorkomen. Veel van deze vogels gebruiken het gebied als tussenstop tijdens hun reis naar Scandinavië. De plassen, samen met het groeiende kruidige gras en de toename van insecten, bieden een ideale omgeving waarin de vogels tijdelijk blijven.
Onder de opvallende gasten dit jaar waren soorten als de blauwborst, witoogeend, zomertaling en rietgors. Hermans noemt het bijzonder dat sommige soorten, die normaal zeldzaam zijn in Nederland, wekenlang in de Maashorst verbleven.
Historische vennetjes herleven
De tijdelijke plassen blijken te liggen op locaties die volgens oude kaarten rond 1900 ook al vennetjes waren. Hermans ziet dit als een teken dat de natuur in het gebied een deel van haar oorspronkelijke karakter terugkrijgt. Hij hoopt dat de nattere omstandigheden behouden blijven, zodat de biodiversiteit zich verder kan ontwikkelen.
Toekomst vol mogelijkheden
Hermans kijkt optimistisch naar de toekomst en hoopt dat sommige vogels ervoor kiezen om in de Maashorst te blijven broeden. Het hoogtepunt dit jaar was een groep van 15 tot 20 zomertalingen, die door intensieve landbouw elders in Nederland nauwelijks nog te zien zijn.
De Vogelwacht beschouwt dit jaar als een succes en hoopt dat het gebied in de komende jaren nog meer nieuwe vogelsoorten zal aantrekken. Hermans sluit hoopvol af: “Met een beetje geluk zien we over een paar jaar niet twee, maar misschien wel tien nieuwe soorten die hun weg naar de Maashorst weten te vinden.”
