Rechter oordeelt: Prinsenmeer had chaletkoper moeten informeren over vergunningsproblemen
Vakantiepark Prinsenmeer in Ommel moet een schadevergoeding van ruim 9.300 euro betalen aan een chaletkoper uit Roermond. Dat heeft de kantonrechter bepaald. Het bedrag kan oplopen als in een toekomstige procedure blijkt dat het park niet heropend wordt. Dit meldt het Eindhovens Dagblad.
De koper verkreeg in mei 2023 het eigendom van een chalet op het terrein en huurde vanaf juni datzelfde jaar een bijbehorende standplaats. Enkele maanden later besloot de gemeente Asten de exploitatievergunning niet te verlengen, waardoor het park de deuren moest sluiten. De chaletkoper stelde dat Oostappen Groep, de eigenaar van het park, al eerder op de hoogte was van risico’s rond de vergunning en hem hierover had moeten informeren.
Als bewijs werd een gemeentelijke brief uit mei 2022 aangevoerd, waaruit zou blijken dat de voortzetting van de vergunning onzeker was. De koper vorderde bijna 90.000 euro, onder meer voor aankoop- en renovatiekosten, overnamekosten en vooruitbetaalde huur.
Rechter ziet duidelijke waarschuwingsplicht
De rechtbank stelde vast dat Oostappen Groep sinds augustus 2022 moest beseffen dat er een reëel risico bestond op intrekking van de vergunning. Er liep op dat moment een zogeheten Bibob-onderzoek, waarmee overheden beoordelen of een vergunning misbruikt kan worden voor ongewenste activiteiten. Gezien deze omstandigheden had het bedrijf volgens de rechter de verplichting om potentiële huurders of kopers te informeren over de situatie.
Schadevergoeding deels toegekend, rest volgt mogelijk later
De rechter kende een vergoeding toe van ruim 9.300 euro, bestaande uit toestemmingskosten, huur en energielasten. De renovatiekosten werden afgewezen, omdat niet bewezen kon worden dat Oostappen wist van de investeringen. Voor de aankoopprijs van het chalet volgt mogelijk een vervolgprocedure, omdat nog onzeker is of het park op termijn heropend wordt, en daarmee of het chalet nog waarde behoudt.
De koper heeft aangegeven door te willen procederen over het resterende deel van zijn claim. Volgens hem toont de uitspraak aan dat zijn bezwaar gerechtvaardigd is, en hij beschouwt het toegekende bedrag als een eerste erkenning.
