Toekomst van zeilend erfgoed is onzeker
Adviesbureau BMC heeft een dringend rapport voorgelegd aan de Tweede Kamer waarin de toekomst van het zeilende erfgoed in Nederland wordt behandeld. De opstellers van het rapport zijn van mening dat de cultuurhistorische waarde van de zeilende beroepsvaart niet vanzelfsprekend leeft onder de bevolking of de regering. Dit meldt de Provincie Overijssel.
BMC
BMC is een adviesbureau dat in de jaren tachtig is opgericht om de overheid te ondersteunen met kwesties die blijven liggen. In het rapport hekelen ze het feit dat varend erfgoed niet wettelijk erkend is. Omdat boten niet vallen onder onroerend erfgoed krijgen zij ook niet dezelfde subsidies als Rijksmonumenten. Hierdoor lopen ze voorrechten mis die het onderhouden van dit soort varende monumenten veel gemakkelijker maakt.
Toekomstbestendig
In het rapport komen de hoge onderhoudskosten naar voren. Sommige schepen zijn meer dan 100 jaar oud en vereisen zeer specialistische reparaties. Verder varen nog altijd de meeste boten op dieselmotoren. Deze zijn in het licht van de klimaattransitie toe aan een schonere aandrijving.
Kamerdebat
In totaal vier provincies hebben zich achter het rapport geschaard. Het gaat om de zogeheten Zuiderzeeprovincies Flevoland, Friesland, Utrecht en Overijssel. Zij pleiten voor actieve betrokkenheid van de Rijksoverheid bij het verlenen van een speciale erfgoedstatus aan boten. Op 11 mei zal de vloot onderdeel zijn van het toerismedebat in de Tweede Kamer.
Door: Nationale Recreatiegids
Beeld: Pronvincie Overijssel
